Waardoor treed kleurverschil op?

Glas is nooit helemaal kleurloos, maar heeft, afhankelijk van de dikte en samenstelling, altijd een bepaalde tint. Blank floatglas heeft een lichtgroene tint. Hoe dikker het glas hoe groener de tint. Omdat voor een groot oppervlak dikker glas toegepast wordt, dan bij een kleiner oppervlak, zijn kleine kleurverschillen mogelijk. Daarnaast wordt er ook veel PVB (polyvinylbutyral) gelaagd glas toegepast. Bij PVB gelaagd glas bestaat de samenstelling uit 2 of meerdere glasbladen met 1 of meerdere PVB folies tussen de bladen. De PVB folie heeft een lichtgele tint en bij het toepassen van meerdere PVB folies kleurt de samenstelling geler.

Hoewel in de meeste gevallen deze kleine kleurverschillen niet als storend worden ervaren, kan dit risico uitgesloten worden door alle beglazingen in de zelfde dikte en samenstelling uit te voeren.

Naast het verschil in dikte en samenstelling kan een coating op glas, zoals bij HR++ beglazing, ook voor een klein kleurverschil zorgen. Tussen blank isolerend dubbelglas en HR++ beglazing is dit kleurverschil ondanks de neutrale coating visueel waarneembaar. Daarnaast is het mogelijk dat tussen de coatings van verschillende fabrikanten kleine kleurverschillen zitten. Bij een vervanging van een bestaande HR++ ruit kan er dus een klein kleurverschil met de andere ruiten ontstaan. Geadviseerd wordt om vooraf hierover de opdrachtgever of consument in te lichten.